De kleine parelmoervlinder is een pareltje van de open duinen. Ondanks de malaise bij
veel dagvlinders weet hij zich overal langs de kust redelijk te handhaven. Met een beetje
moeite en wat geluk kan iedereen hem vinden.
Parelmoer
De kleine parelmoervlinder is – net als andere parelmoervlinders – van boven oranje, met
een aantal grote en kleinere zwarte vlekken. Op het eerste gezicht kun je hem ook
verwarren met andere oranjerode vlinders zoals de kleine vos. Maar let goed op de
onderkant van de vleugels: daar heeft hij opvallende druppelvormige zilverkleurige
(‘parelmoeren’) vlekken. Deze zijn groter en opvallender dan bij andere
parelmoervlinders in de duinen.
Duinviooltje
De kleine parelmoervlinder komt in alle Nederlandse duingebieden voor; het meest in de
brede duinen van Noord- en Zuid-Holland. De rupsen van de kleine parelmoervlinder
leven vooral op het duinviooltje. Dit is een typische soort voor de open, droge
duingraslanden met kaal zand en mossen. Zoek dus in dit type duinlandschap, vaak
direct achter de zeereep, hier en daar ook in de binnenduinen. De volwassen vlinders
eten nectar van duinviooltjes maar ook van andere bloeiende duinplanten zoals
slangenkruid.
Drie of vier generaties
De kleine parelmoervlinder heeft een snel verlopende levenscyclus. In één jaar zijn er
drie, soms vier, elkaar deels overlappende generaties rupsen en vlinders. Daardoor kun
je hem van april tot en met oktober in de duinen vinden, maar toch het meest in juli en
augustus.
Auteur: Kees Vertegaal
In kwartaalblad Duin verscheen in 2022 een artikel over de kleine parelmoervlinder. Je leest het hier.