Vandaag in het Duin: op zoek naar de zandhagedis

Zandhagedissen_Theo Westra
Zandhagedissen door Theo Westra

Elke maand hebben we het over een dier of plant die je op dat moment in de
duinen kunt spotten.

Het is erg leuk om in de duinen een zandhagedis tegen te komen. Deze groene reptielen met hun kop als een kleine dino zien er spectaculair uit. Ga op zoek, ze zijn minder zeldzaam dan je denkt.

Groene monstertjes


Zandhagedissen zijn vrij stevig gebouwd, met een stoere brede kop. De mannetjes zijn groen, de vrouwtjes bruingeel, allebei met verspreide donkere vlekken. Volwassen dieren zijn inclusief de staart zo’n 20 cm groot.


Struweelranden


In de meeste duingebieden zijn zandhagedissen vrij algemeen. Op de Waddeneilanden leven ze alleen op Terschelling en Vlieland. In de Zeeuwse duinen komen ze niet voor. Open duinstruweel is het typische leefgebied: duingrasland met verspreide, vaak lage struiken en stukjes kaal zand. Randen van struwelen zijn goede plekken om te zoeken.


Niet te koud, niet te warm en een beetje geluk


Mei en april zijn de beste maanden om zandhagedissen te spotten. Ook in de zomer – tot en met september – heb je een goede kans ze te zien. Ze verschuilen zich vaak in de vegetatie dus je moet een beetje geluk hebben. De beste tijd van de dag is ’s ochtend tussen 9 en 12 uur. Het moet niet te koud zijn en niet te warm, zo tussen de 12 en 16 O C, en zonnig. Zandhagedissen zijn koudbloedige dieren: als het niet warm is hebben ze de zon nodig om op te warmen en laten ze zich zien. Als het warmer is hebben ze meer energie en rennen ze snel weg. In de winter kruipen ze diep weg voor een winterslaap en laten ze zich niet zien.

Tekst: Kees Vertegaal

Fotografie: Theo Westra