Het najaar is dé tijd om bijzondere zeevogels te zien. Vooral in september en oktober trekken honderden jagers en (pijl)stormvogels langs de Nederlandse kust.
Jagers zijn verwant aan de meeuwen. Langs de Nederlandse kust zijn de kleine en de grote jager het algemeenst. Ze leven voornamelijk van vissen die ze van andere vogels afpakken. Kleptoparasitisme heet dat: parasitisme door diefstal. Ze broeden noordelijk langs rotskusten en in toendra’s. Ze overwinteren op het zuidelijk halfrond.
De noordse stormvogel en de drie soorten pijlstormvogel die regelmatig worden gezien zijn echte zeevogels. Ze eten vissen en inktvissen. Alleen bij (harde) westenwind komen ze dicht bij de kust. De grauwe pijlstormvogel is een bijzonder geval: ze broeden bij Nieuw-Zeeland en zuidelijk Zuid-Amerika en overwinteren op het noordelijk halfrond. De vogels die wij in de herfst zien zijn dus bezig met de voorjaarstrek.
Zeevogels kun je waarnemen op zogenaamde trektelposten: hoge punten in het buitenduin met goed zicht op zee. Bekende telposten zijn Paal 15/Westerslag op Texel, telpost Camperduin, telpost Noordwijk, De Vulkaan bij Den Haag en Westkapelle. Het vraagt ervaring en geduld om alle soorten goed te leren herkennen. Maar vaak staan er geoefende trektellers die je kunnen helpen.
Dit artikel verscheen in onze nieuwsbrief DuinTopics. Wil jij ook op de hoogte blijven van het laatste nieuws rondom de kust? Klik hier en schrijf je in.