Nacht van de Vleermuis: vleermuizen in de duinen

Watervleermuizen door John van Vliet

John van Vliet is stadsecoloog van de gemeente Vlissingen en tevens bestuurslid van Stichting Duinbehoud. Hij doet al meer dan dertig jaar onderzoek naar vleermuizen in Nederland. Op vrijdagavond 25 augustus geeft hij samen met vleermuiskenner Henk Remijn een excursie op Landgoed Westhove bij Oostkapelle op Walcheren in het kader van de Nacht van de Vleermuis.

John van Vliet was al op hele jonge leeftijd een enthousiast vogelaar. Sinds zijn studententijd in de jaren negentig doet hij ook onderzoek naar de gevleugelde zoogdieren. Zijn kennis legde hij onder meer vast in verschillende provinciale zoogdieratlassen waar hij aan meewerkte.

Volgens John zijn er in Nederland zo’n tien verschillende soorten vleermuizen die veel voorkomen. Daarnaast heb je nog eens een stuk of tien soorten die minder vaak gezien worden. Bij het navigeren maken vleermuizen gebruik van ultrasoon geluid, niet waarneembaar voor het menselijk oor. Een zogenaamde batdetector is daarom onmisbaar voor John. Dat instrument vertaalt die frequenties naar voor ons hoorbare klanken. Zo kan hij de vleermuizen volgen. En de techniek staat niet stil. Tegenwoordig heeft hij ook een adapter op zijn mobiele telefoon.

Ook volop in de duinen

De meest algemene soort in Nederland is de gewone dwergvleermuis. Die vindt zijn onderkomen in onder meer spouwmuren en onder het dakbeschot van gebouwen. “In steden en dorpen hebben vleermuizen zich aangepast aan een leefwijze met mensen”, licht John toe. “Net als bijvoorbeeld gierzwaluwen en huismussen maken zij gebruik van de bebouwde omgeving.

“Hoe verder landinwaarts je gaat in Nederland, hoe meer vleermuizen je vindt”, vertelt John. “En naarmate je verder naar het zuiden reist, is het iets warmer. Dat betekent dat daar ook meer vleermuizen voorkomen. In Nederland vind je dus de meeste soorten in Limburg. De provincie Zeeland – waar ik woon – is met zijn winderige eilanden en zoute water misschien niet de meest voor de hand liggende plek voor vleermuizen, toch kun je er ook hier volop aantreffen, ook in de duinen.”

Menselijke bouwsels

“In de duinen tref je bijvoorbeeld watervleermuizen, grootoorvleermuizen en rosse vleermuizen aan. Die huizen in de binnenduinranden en in de omliggende bossen en bij aflandige wind jagen ze zelfs boven het strand. Soorten uit de aangrenzende dorpen, zoals gewone dwergvleermuizen en laatvliegers, zie je ook vaak vliegen boven de duinen.”

Vleermuizen zijn kieskeurig als het om hun leefomgeving aankomt en zij hebben verschillende zomer- en winterverblijfplaatsen. ’s Zomers huizen ze vooral in boomholtes. Maar ook maken ze gebruik van menselijke bouwsels.

“In de wintermaanden vinden vleermuizen aan de kust beschutting in de bunkers die de Duitsers in de Tweede Oorlog aanlegden voor hun verdedigingslinie, de Atlantikwall”, vertelt John. “Die bunkers bieden een aangenaam leefklimaat voor het overwinteren van vleermuizen. Al vormt de mens daar ook een bedreiging voor hen. Jongeren kunnen namelijk soms de verleiding niet weerstaan om in de bunkers ‘fikkies’ te gaan stoken.”

“Niet alleen de bunkers bieden trouwens uitgelezen kansen voor de vleermuizen. Ook grote kunstmatige bouwwerken, zoals de Afsluitdijk en de Brouwersdam, zijn van praktisch nut. Die gebruiken ze wanneer zij migreren als oriëntatiepunt voor het vasthouden van hun koers, zo is gebleken uit onderzoek.”

Vleermuizenexcursie, foto door Jose van Noort.

Niet agressief

Alle vleermuizen in Nederland zijn insecteneters en zij jagen daarvoor over het algemeen dichtbij huis. “De gewone dwergvleermuis komt bijvoorbeeld niet verder dan een straal van 500 meter rondom zijn schuilplaats”, aldus John, “en andere soorten in Nederland halen soms iets meer dan een kilometer. Rosse vleermuizen en ruige dwergvleermuizen leggen wel veel grotere afstanden af. Die laatste soort trekt tussen Oost- en West-Europa.”

In ons land zijn vleermuizen niet agressief naar mensen. Toch heeft een kleine vleermuis, die hij had opgevangen, weleens zijn tandjes gezet in de hand van John. “Dan is het zaak om er niet aan te gaan trekken, want dan gaat het bloeden. Ik heb daarom maar geprobeerd om hem te kietelen. En dat hielp. Hij liet los.”

Zorgen

Vleermuizen hebben in Nederland veel te lijden onder de slechte insectenstand. Volgens John is het aantal insecten sinds de jaren ’50 met maar liefst 80% afgenomen. “Die achteruitgang vormt een belangrijke bedreiging voor de vleermuizenstand. Verder zijn er door isolatie, renovatie en anders bouwen nu ook veel minder geschikte woonplekken in de bebouwde omgeving dan voorheen. Die ontwikkelingen hebben de vleermuizenstand geen goed gedaan. Gelukkig wordt de laatste jaren meer natuurinclusief gebouwd.”

Positieve punten

Juist over de vleermuizenstand in duinen zijn er ook positieve punten te melden, vertelt hij. “Het zoete water in en om de duingebieden is de laatste jaren een stuk schoner geworden. En ook met het beheer van de duinranden en de landgoederen in de buurt van de duinen gaat het goed, waardoor de populaties in de duinen van bijvoorbeeld de watervleermuis er goed voor staan.”

Gerelateerde berichten

Ze zijn nu niet te vinden, of schaars. Ze wachten betere tijden af in de vorm van larve of pop, ze zitten diep in de grond, houden een winterslaap, zijn zuidwaarts vertrokken of zitten bij de kachel een stukje voor Duin te schrijven.
Wie op sporen let tijdens een duinwandeling, ziet vooral veel prenten van honden, met daarbij die van hun baasjes. Een sneeuwlaagje onthult –vaak schrikbarend– hoe veel huiskatten ’s nachts op pad zijn geweest.
De aalscholver is een opvallende vogel die je bijna overal kan zien, zeker als er water in de buurt te vinden is. Ze broeden in grote kolonies, vooral bij de grote wateren zoals het IJsselmeer. Maar ook in de duinen zijn grotere en kleinere kolonies te vinden.