Bij eb laat de zee een strook van plukken wier en andere aanspoelsel achter op het strand: het vloedmerk. Als je daar tijdens een strandwandeling doorheen loopt, stuift er een wolk vliegjes op. Ook springen er allerlei andere beestjes weg. Het zijn strandvlooien. Ze zijn maar klein, maar op het strand spelen ze een belangrijke rol.
Kleine kreeftjes
Om meteen misverstanden te voorkomen: strandvlooien zijn geen echte vlooien. Het zijn zelfs geen insecten, maar kleine kreeftjes. Ze kunnen niet steken of bijten en ze zijn dus ongevaarlijk voor mensen. Hun naam danken ze aan hun enorme sprongkracht. Sommige soorten kunnen tot één meter hoog springen en – als de wind goed staat – tot vier meter ver. Niet slecht voor een beestje dat zelf nog geen 2,5 cm groot is.
Strandvlooien hebben een afgeplat lichaam dat, net als bij andere kreeften, uit segmenten is opgebouwd. Op hun kopjes zitten twee paar antennes. Daarvan kan vooral het tweede paar bijzonder lang zijn. De verschillende soorten strandvlooien lijken erg op elkaar. Je moet een getraind oog hebben om ze te kunnen onderscheiden. In Nederland leven tien soorten. De Gewone strandvlo (Talitrus saltator) en de Bestippelde strandvlo (Deshayesorchestia deshayesii) komen hier het meest voor.
Voedsel voor vogels
De strandvlo leeft van aangespoelde wieren en ander plantaardig materiaal dat in het vloedmerk achterblijft. Op zijn beurt is de strandvlo voedsel voor strandlopers, meeuwen en andere strandvogels. Hij staat ook op het menu bij keversoorten die zich aan het leven in de getijdenzone hebben aangepast, zoals de Getijdenloopkever (Bembidion lateralis). De strandvlo heeft zo een belangrijke rol in de ecologie van het strand: hij is een van de natuurlijke schoonmakers en een cruciale schakel in de voedselketen.
De strandvlo in het nauw
De hoeveelheid strandvlooien op een stuk strand is een goede indicator voor de menselijke verstoring in het gebied. Strandvlooien zijn namelijk erg gevoelig voor het vertrappen van zand. Onderzoekers hebben het aantal strandvlooien op verschillende strandgebieden vergeleken. Het aantal strandbezoekers bleek verreweg de belangrijkste factor in de verschillende hoeveelheden strandvlooien die ze aantroffen: hoe meer bezoekers in het gebied, hoe minder strandvlooien.
Op populaire stranden heeft de strandvlo nog een probleem. Veel strandbezoekers vinden het aanspoelsel in het vloedmerk maar een vieze boel. Op warme dagen kan het stinken en er zitten allemaal kriebelbeestjes in. Strandbeheerders maken daarom het strand machinaal schoon. Maar met die goedbedoelde actie ontnemen ze strandvlooien en andere beestjes hun voedselbron. Zo verstoren ze onbedoeld de natuurlijke leefgemeenschap op het strand.
Wat het Groene Strand voor de strandvlo doet
Het Groene Strand komt de strandvlo te hulp door in gesprek te gaan met de strandbeheerders. We vragen hen om het strand op een andere manier te beheren en te gebruiken. Als ze het strand minder rigoureus gaan schoonmaken, verbetert de situatie al behoorlijk voor de natuurlijke bewoners. Dan blijft er meer voedsel voor de strandvlo liggen, zodat die zijn rol als schoonmaker kan blijven vervullen.
Het Groene Strand is mede mogelijk gemaakt door een bijdrage van de Nationale Postcodeloterij.