In de winter worden de jongen van grijze zeehonden geboren op de afgelegen zandstranden zoals Richel en de Noorderhaaks. De pups hebben bij de geboorte een lange witte vacht, die pas na enkele weken verhaart. Tot die tijd kunnen ze niet het water in. Bij stormen gebeurt dat soms toch. En zo belanden de hulpeloze dieren op de drukker bezochte stranden en dijken. Meestal vinden de moeders hun jong daar terug en gaat de voeding gewoon door. Op drukkere stranden lopen de dieren wel gevaar verstoord te worden door wandelaars en honden. Bordjes moeten de mensen dan op afstand houden. Meestal gaat dat goed en kunnen veel mensen – op afstand- genieten van ons grootste roofdier, dat uiteindelijk als een volgroeid jong met een gladde grijze vacht het water weer opzoekt.
Dit artikel verscheen in Duin. Wil je meer weten over de ontwikkelingen langs de Nederlandse kust? Word donateur en ontvang Duin voortaan elk kwartaal. Of vraag een proefexemplaar aan.