Elke maand hebben we het over een dier of plant die je op dat moment in de
duinen kunt spotten.
De aalscholver is een opvallende vogel die je bijna overal kan zien, zeker als er water in
de buurt te vinden is. Ze broeden in grote kolonies, vooral bij de grote wateren zoals het
IJsselmeer. Maar ook in de duinen zijn grotere en kleinere kolonies te vinden.
Grote zwarte duikvogels
Aalscholvers zijn grote, overwegend zwarte vogels. Ze hebben een langgerekt,
gestroomlijnd lijf om gemakkelijk te kunnen duiken en vis te vangen. In de broedtijd
hebben ze een witte keel met een gele vlek aan het begin van de snavel. De snavel zelf
is vrij groot en eindigt in een haak. Jonge aalscholvers hebben een lichte buik en hals en
zijn verder donkerbruin.
Verscholen kolonies
Broedkolonies variëren van enkele tientallen tot meer dan duizend paar. Broedende
aalscholvers houden erg van rust. De meeste kolonies in de duinen liggen dan ook in niet
voor publiek toegankelijke terreindelen. In het voorjaar kun je de plek van kolonies
afleiden uit de aalscholvers die van en naar zee vliegen. Ze vissen tot ver uit de kust en
brengen daarna de gevangen visjes in hun krop (een holte in de keel waar voedsel
tijdelijk wordt opgeslagen) naar de jongen in de kolonies.
Hele jaar
Aalscholvers zijn het hele jaar te zien. Soms zie je ze rustend langs de rand van een
weiland of op de wieken van een molen. Langs snelwegen zitten ze regelmatig op de
lichtmasten. In de winter zijn veel aalscholvers langs de kust te vinden, foeragerend op
zee of rustend op stranden en havendammen. In de duinen zie je ze het meest in de
broedtijd, van maart tot en met mei.
Tekst: Kees Vertegaal