Vandaag in het duin: op zoek naar de gevlekte aronskelk

Fotograaf: Theo Baas - gevlekte aronskelk
Fotograaf: Theo Baas – gevlekte aronskelk

Omstreeks april en mei bloeit de gevlekte aronskelk. Een voorjaarsbloeier dus, die houdt van enigszins beschaduwde plaatsen zoals loofbossen en heggen. Alle soorten van het geslacht aronskelk hebben een typische bloeiwijze die bestaat uit een (kleinere) bloeikolf met daaromheen een bloeischede. Ondergronds heeft de plant een korte, dikke, langwerpige knol.

Aasgeur

Tijdens de bloei verspreid de plant een aasgeur die insecten lokt. Bij de gevlekte aronskelk zijn dit kleine motmugjes. Deze motmugjes vallen in de bloeikolf en kunnen niet ontsnappen door een krans van naar beneden gerichte stugge haren. Na een etmaal verslappen de haren echter en kunnen de mugjes ontsnappen. Met stuifmeel bestoven bezoeken ze een volgende bloem en herhaalt zich het ritueel. 

Aangeplant op landgoederen

De gevlekte aronskelk is in ons land inheems in Zuid-Limburg en het rivierengebied. De aronskelk houdt van een vochtige, kalkhoudende bodem met makkelijk afbreekbare bladeren of naalden. Langs de binnenduinrand is de soort waarschijnlijk in het verleden aangeplant op landgoederen, vanwaar ze zich verder heeft verspreid.

Italiaanse aronskelk

In opkomst is de Italiaanse aronskelk. Dit is een soort uit Zuid-Europa, die je echter ook in onze streken kunt zien. De Italiaanse aronskelk is in alle opzichten forser dan de gevlekte aronskelk. Het blad is meer pijlvormig en heeft witachtige tot gele nerven. Dit blad wordt gevormd voor de winter, terwijl het blad van de gevlekte aronskelk in het vroege voorjaar komt.

Tekst en fotografie: Theo Baas

Gerelateerde berichten

Onlangs heeft minister Wiersma van LVVN een spoedwet ”Vervangen omgevingswaarde stikstof” vrijgegeven voor consultatie. De essentie van deze spoedwet is dat de minister zichzelf ontslaat van de wettelijke verplichting om binnen gestelde termijnen de natuur te herstellen die lijdt onder de stikstofdepositie.
Het klimaat verandert, zoals onder meer blijkt uit opwarming: zachtere winters, warmere voorjaren en drogere, hetere zomers. Volgens de in 2023 door het KNMI gepubliceerde klimaatscenario’s zet de opwarming de komende jaren door en moeten we, afhankelijk van onze CO2 -uitstoot, rond 2100 rekening houden met een opwarming van 1,7 °C tot 4,9 °C. Hoe reageren vogels hierop?
In Oranjezon zijn vele stadia van duinvorming te zien. De naam verwijst naar de oorspronkelijke eigenaars: de prinsen van Oranje. Het 400 hectaren grote gebied wordt beheerd door het Zeeuws Landschap.