
Wat het Zwanenwater bij Callantsoog in Noord-Holland zo bijzonder maakt is de enorme variatie in het landschap in een beperkt gebied. Dat verklaart ook de verrassend grote rijkdom aan planten en dieren. Het is daarmee een heerlijk duingebied om doorheen te wandelen.
Wie bij een eerste bezoek aan het Zwanenwater verwacht een doorsnee duinterrein in te lopen, weet niet wat hij ziet. Grijze duinen, loof- en dennenbos, natte en droge duinvalleien, heidevelden, grote duinmeren, moeras, elzenbroekbos, vochtige graslanden, rietvelden, veen, struweel… Een ongekende diversiteit aan biotopen. En wie aan het begin van de zomer langskomt, wordt ook nog eens vrijwel direct getrakteerd op een unieke orchideeënrijkdom langs de paden.
Eén groot paradijs
Marcel Haas van Natuurmonumenten, de boswachter in het gebied, leidt ‘ons van Duin’ rond. De uitspraak ‘Het Zwanenwater is Nederland in het klein’ is van hem. ,,Wat betreft de natuur dan, hè.’’ En deze bevlogen boswachter laat niet na om zijn stelling op elk moment te onderbouwen. Hij kent de planten, wijst ons steeds op de verschillende biotopen. Maar hoort hij vogels en ziet hij vlinders – zijn persoonlijke passies – dan gaat zijn enthousiasme in een hogere versnelling.
Het Zwanenwater telt liefst tien verschillende soorten orchideeën, die bloeien van mei tot en met augustus. Brede orchis, rietorchis, welriekende nachtorchis, vleeskleurige orchis, grote keverorchis, moeraswespenorchis… Marcel Haas somt ze moeiteloos op. En ondertussen ontgaat geen vogelgeluid hem: ,,Blauwborst, braamsluiper, roodborsttapuit, sprinkhaanzanger, braamsluiper, grasmus, boomleeuwerik, snor, zwartkop, fitis, kleine karekiet, rietgors, graspieper….’’ Om duizelig van te worden. En op een mooie warme dag valt ook de grote schakering aan vlinders op met fraaie soorten als icarusblauwtje, heivlinder, hooibeestje, kleine parelmoervlinder en duinparelmoervlinder.
Het Zwanenwater is niet minder dan een paradijs. Aan alles lijkt hier overvloed: bloeiende bloemen, vogels, vlinders, insecten, paddenstoelen.
De lepelaar verdween
Waar het aantal soorten planten redelijk stabiel is, kent de vogelstand wel flinke fluctuaties, blijkt uit jarenlange inventarisaties. Zo stond het Zwanenwater lange tijd bekend om de grote kolonie broedende lepelaars – rond 1998 nog meer dan honderd paar. Inmiddels is deze broedvogel verdwenen uit het gebied. Waarom precies is niet helemaal duidelijk. De komst van de vos? Verdringing door andere soorten? Wel zie je nu aan de randen van beide meren honderden aalscholvers op nesten. En sinds kort broedt ook de grote zilverreiger er.
Een bewogen historie
Het Zwanenwater is het grootste natuurreservaat van het noordelijk deel van Noord-Holland, 572 hectare groot om precies te zijn. Zestig hectare daarvan is water. De twee meren – pas voor het eerst duidelijk te zien op een kaart van rond 1850 – worden het Eerste Water en het Tweede Water genoemd.
Dat het Zwanenwater geworden is wat het is, hangt van toevalligheden aan elkaar. Of misschien moet je zeggen: vooral dankzij het feit dat allerlei plannen tot economische exploitatie van het gebied niet zijn doorgegaan voordat Natuurmonumenten het in 1972 onder haar hoede kreeg.
Het Zwanenwater, eerder het Strand genoemd, is ontstaan in de oksel van de Zijperzeedijk en de Zuidschinkeldijk die rond 1600 zijn aangelegd om het achterland te beschermen tegen de zee. In de 17e en 18e eeuw ontstonden langzaam de contouren van het huidige Zwanenwater. Het duingebied heeft in de loop der eeuwen verschillende eigenaren gehad: welgestelde heren en adel. Er is geprobeerd het terrein te exploiteren door er schapen en koeien te laten grazen, aardappelen te verbouwen en konijnenjacht te verpachten. Maar dat had weinig om het lijf. Vanaf 1876 werd het Zwanenwater vooral gebruikt als jachtdomein. En in 1926 kwam er een NV om het gebied als natuurmonument te beheren en te exploiteren. Latere pogingen om er bollengrond van te maken of drinkwater te gaan winnen zijn op niets uitgelopen.
Actief beheer
Het grote geheim van het Zwanenwater is, zoals de naam al zegt: water. Het gebied kent al eeuwenlang een hoge grondwaterstand en daarmee veel vochtige biotopen. Er wordt geen water gewonnen. De twee zoetwatermeren behoren tot de grootste natuurlijke duinmeren in West-Europa. Al die nattigheid – meer dan de helft van het gebied is nat of vochtig – heeft geleid tot de grote diversiteit aan landschapstypen en als gevolg daarvan de enorme verscheidenheid aan flora en fauna.

Om deze diversiteit – het veel geroemde visitekaartje van het Zwanenwater – in stand te houden zijn tegenwoordig veel beheermaatregelen nodig. Zo is halverwege de jaren negentig een kwelscherm aan de oostzijde van het Zwanenwater aangelegd om te voorkomen dat de grondwaterstand niet te veel daalt door diepe ontwatering in de aangrenzende polders ten behoeve van de bollenteelt. Eerder al werd een deel van het gebied afgesloten voor publiek en werden grazers – runderen en schapen – het terrein ingebracht om de bodem kaal en schraal te houden en vergrassing en groei van jonge boompjes tegen te gaan. Ook begon men maaibeheer toe te passen met als resultaat een enorme bloemenrijkdom.
Vrijwilligers helpen Natuurmonumenten op allerlei plekken boom- en struikopslag te verwijderen. En het afgelopen jaar is door een aannemer bij elkaar twee hectare aan rimpelroos – een ongewenste exoot – verwijderd. De plekken waar dat is gebeurd zijn te herkennen aan de kale stuifplekken tegen de zeereep aan. Ook de Japanse duizendknoop is aangepakt. Vanaf de jaren tachtig worden delen geplagd om de vegetatie weer te verjongen en om verstuiving in het duin terug te brengen.
Bezoek meer dan waard
Aan het einde van de ontdekkingsreis met de boswachter worden we vrolijk uitgeleide gedaan door een koekoek in het dennenbos die kennelijk zo opgewonden is dat hij het tweede deel van zijn roep voortdurend inslikt. Dat je enthousiast raakt van dit gebied lijkt ons niet zo gek. En dan op de valreep horen we de nachtegaal. Het sprookje van het Zwanenwater is compleet.
Het noordelijk deel van het Zwanenwater is toegankelijk voor publiek. Leden van Natuurmonumenten hebben vrij toegang, niet-leden kopen een dagkaart bij de kaartautomaat aan de ingang aan de noordkant (Zuidschinkeldijk) van het gebied. Het Zwanenwater telt drie vogelkijkhutten en twee hoger gelegen uitzichtpunten. Er zijn twee gemarkeerde wandelingen uitgezet, een van 2 kilometer en een van 4,5 kilometer. Ook is er nog een wandeling van 3,5 kilometer mogelijk in de aangrenzende Uitlandse Polder. Als er een einde is gekomen aan de coronabeperkingen, zullen de excursies weer worden hervat. Zie daarvoor www.natuurmonumenten.nl/agenda
Tekst: Jos Lap
Jos Lap is redacteur van Duin