Vandaag in het Duin: op zoek naar muizenoor

Muizenoor -Theo Baas
Muizenoor -Theo Baas

Muizenoor is een plant die je tegenkomt op zonnige of licht beschaduwde plekken in de duinen. Deze plant houdt van een droge, voedselarme bodem en kalkrijke, tot matig zure grond. Buiten de duinen is muizenoor een plant van schrale dijken, droge heiden en schrale wegbermen. Goed bermbeheer is essentieel voor deze soort. 

Donsachtige haartjes

De Nederlandse naam dankt de plant aan de spatelvormige bladeren met lange haren aan de bovenkant en grijswitte, donsachtige haartjes aan de onderzijde. Bij langdurige droogte krullen de bladeren op om de verdamping te beperken waardoor de witte onderkant van het blad zichtbaar wordt. De wetenschappelijke naam luidt Hieracium pilosella, afgeleid van het Griekse hierax (havik). De Grieken dachten dat de havik de plant gebruikte om zijn gezichtsvermogen te verbeteren. Piosella betekent: licht behaard.


Composieten

Muizenoor behoort tot de familie van samengesteldbloemigen, ook wel composieten of asteraceae genoemd. Het is een laagblijvende plant die door middel van uitlopers een losse zode vormt. De bladeren liggen in een bladrozet. Daaruit ontspringt de bloeistengel. Deze wordt maximaal 30 cm hoog. Iedere stengel draagt één bloemhoofdje. De bloemen zijn citroengeel met rode strepen aan de onderkant. Als ze in de knop zitten zijn ze aan de buitenzijde rood met geel.

Laag grasland

Deze plant handhaaft zich alleen op plaatsen waar de vegetatie laag blijft. In laag grasland bijvoorbeeld, zoals rood zwenkgras, fakkelgras, schapengras, gewoon reukgras en gewoon struisgras. Maar ook temidden van kruiden als gewone veldbies, grasklokje, knolboterbloem, gewone rolklaver, liggende klaver, geel walstro en grote tijm. De plant bloeit in de voorzomer en vaak opnieuw in de nazomer. De plant overwintert met bladrozetten.

In de rubriekVandaag in het Duin’ hebben we het elke maand over een dier of plant die je op dat moment in de duinen kunt spotten.

Tekst en foto: Theo Baas

Gerelateerde berichten

De zebrarups is een gemakkelijk herkenbaar duindier. Hij is opvallend oranje-zwart gestreept en laat zich volop zien, een signaal aan insecteneters: eet mij niet, want ik ben giftig! Voor ons is hij daardoor niet moeilijk te vinden. Het is de rups van de sint- jacobsvlinder: twee namen, één soort.
Duinconsulent Cindy Kleyn en boswachter Paul van der Linden van PWN verwelkomden zo’n 25 deelnemers. Twee van hen kwamen helemaal uit Eindhoven, speciaal voor deze excursie. ‘We zijn al 25 jaar lid van Duinbehoud en zagen de aankondiging. We hebben een zwak voor deze streek, waar we ook vandaan komen’. De excursie op landgoed Marquette sloot goed aan bij de lezingen in Naturalis de dag ervoor: cultuurhistorie, biodiversiteit en collectieve kracht.
We spreken elkaar bij  kwelder De Putten, een ‘wegrestaurant voor vogels’ achter de Hondsbossche Duinen. Foppe komt aanlopen en vertelt dat hij op zijn wandeling tussen dijk en duin vergezeld werd door twee roodborsttapuiten: ‘weet je waarom die hier zitten?’ Foppe houdt van het gidsen en deelt zijn kennis graag: ‘kijk maar eens naar al dat duinzand en die duindoorns, daar schuilen ze in, broeden vlak bij de grond en eten ervan! Eigenlijk net als de kneu die hier ook broedt’.