Slangenkruid

Slangenkruid in de buitenduinen door Marleen Arkesteijn
Slangenkruid in de buitenduinen door Marleen Arkesteijn

Hij was deze zomer opvallend opvallend: het slangenkruid, Echium vulgare! Overal omzoomde hij met zijn bloemscheuten breed en blauw de paden. Die rijke bloei zal te maken hebben met de vele regens eerder. Zijn naam dankt hij aan de gelijk een slangentong gespleten stijl te midden van de vijf rozerode meeldraden. De signatuurleer van eertijds vertelde dat God met dat tongetje aangaf dat dit kruid antistoffen bevat tegen slangengif. Slangen ontbraken echter in het duin. Men kon dus niets controleren. In Duitsland heet hij Natterkopf, ofwel adderkop. Echium betekent trouwens slang.

De bloembuis van slangenkruid is diep, en rijk aan nectar. Hommels en vele vlinders hebben een tong, lang genoeg om deze zoetstof op te zuigen. Denk ook aan de kolibrievlinder die al enkele jaren geleden het duin ontdekt heeft. Ze weten dat ze bij de rijpe, blauwe bloemen moeten zijn. Die bevatten de nectar. Jonge bloemen zijn nog roodachtig, een kleur die insecten slecht waarnemen. De steel is gespikkeld. Als de plant niet bloeit, zie je daarmee gemakkelijk het verschil met de ossentong. Van zijn familie, de Ruwbladigen, is hij de ruwstbladige: alles prikt. Maar dit jaar en ook enkele jaren hiervoor vond ik bij Wijk aan Zee duizenden wollig behaarde exemplaren slangenkruid, zonder bloemen. Is hier een galvormer verantwoordelijk voor?

Op de Duindag in juni stond klimaatverandering op het programma. De zomers krijgen langere droogteperioden, andere seizoenen vernatten. Tegelijk warmt alles op. Het groeiseizoen wordt langer. Niet ter sprake kwamen de directe gevolgen van het drastisch gewijzigde gehalte aan koolzuurgas. Die nam in honderd jaar ruim dertig procent toe. Dit gas is voor de plant wat zuurstof voor ons is. Met huidmondjes ademt hij koolzuurgas in. Diezelfde huidmondjes doen water verdampen. Hierdoor vindt noodzakelijk watertransport opwaarts plaats. Met extra koolzuurgas kan de plant met halfopen huidmondjes genoeg koolstof inademen bij minder verdamping. In droge tijden kan dat een voordeel zijn.

Slangenkruid is tweejarig: zaad ontkiemt, geeft rozet, overwintert, bloeistengel schiet op, levert zaad, de plant sterft af. Maar misschien weet slangenkruid, aanvankelijk voorzichtig, bij verlenging van het groeiseizoen in één kalenderjaar die cyclus klaar te spelen. Kiemen in januari, de cyclus door, en liefst veel en grote zaden voortbrengen. Zingt u mee: er is er eenjarig hoera hoera?

P.S. Bezoekers van de Duindag ontvingen een zakje zaad. Hieronder het enige echte echiumzaad, mooi zwart.

Tekst: Peter van den Berg

Dit artikel verscheen in Duin. Wil je meer weten over de ontwikkelingen langs de Nederlandse kust? Word donateur en ontvang Duin voortaan elk kwartaal. Of vraag een proefexemplaar aan.

Gerelateerde berichten

Ze zijn nu niet te vinden, of schaars. Ze wachten betere tijden af in de vorm van larve of pop, ze zitten diep in de grond, houden een winterslaap, zijn zuidwaarts vertrokken of zitten bij de kachel een stukje voor Duin te schrijven.
Wie op sporen let tijdens een duinwandeling, ziet vooral veel prenten van honden, met daarbij die van hun baasjes. Een sneeuwlaagje onthult –vaak schrikbarend– hoe veel huiskatten ’s nachts op pad zijn geweest.
De aalscholver is een opvallende vogel die je bijna overal kan zien, zeker als er water in de buurt te vinden is. Ze broeden in grote kolonies, vooral bij de grote wateren zoals het IJsselmeer. Maar ook in de duinen zijn grotere en kleinere kolonies te vinden.