Niets zo veranderlijk als het duinlandschap en zijn bewoners. We laten ons met een denkbeeldige tijdmachine terugvoeren naar de tijd waarin Jac. P. Thijsse tijdens zijn duinwandelingen vogelsoorten zag waar we nu alleen nog maar van kunnen dromen, zoals grielen.
Jaren geleden zag ik voor het eerst mijn eerste ‘Nederlandse’ griel. Geen ‘echte’ helaas, maar één op een plaatje in het Verkade-album ‘Blonde Duinen’ van Jac. P. Thijsse. Tja, het is behelpen. In ons land moet je wel heel veel geluk hebben om deze superzeldzame vogel in levenden lijve te zien. Rond 1900 had je meer kans gehad; toen was de griel, hoewel schaars, broedvogel in de Nederlandse kustduinen. Tegenwoordig moet je hiervoor afreizen naar mediterrane streken.
Leefwijze
Grielen waarnemen is een uitdaging. Deze uitermate schuwe steltloper leeft zeer verborgen. Bovendien is het een nachtdier dat zich overdag plat tegen de grond gedrukt houdt. Met zijn karakteristieke zandbruine verenkleed valt hij dan nauwelijks op. Wat wél opvalt aan de griel is zijn grote oog met gele iris, een onmisbaar attribuut voor deze oogjager, wanneer hij in de schemering op zoek gaat naar insecten, slakken en ander dierlijk voedsel.
Het favoriete biotoop zijn duingraslandvegetaties met open stukken droog zand. Daarin kan de griel zijn nest maken dat, bouwkundig gezien, uitmunt door eenvoud: slechts een kuiltje in het zand waarin doorgaans twee zandkleurige, zwartbruin gevlekte eieren worden gelegd.
De eerste grielen
Pas in de eerste helft van de achttiende eeuw verschijnen er aanwijzingen voor grielen in het duin. Vóór die tijd ontbrak de kennis hierover, want vogelwaarnemers waren er nauwelijks. Wél werden er eieren en opgezette exemplaren van geschoten of gevangen vogels verzameld. In deze collecties was schaarse informatie te vinden, zoals de vangst van een griel in een net (1877) in de binnenduinrand bij Den Haag. In het begin van de 19e eeuw verschijnen de eerste gedocumenteerde veldwaarnemingen: een griel in de duinen bij Noordwijk (1835) en een nestvondst daar (1849). Sindsdien is de griel opgenomen in het toenmalige standaardwerk ‘Naamlijst der tot heden in de Nederlanden in den wilden staat waargenomen vogels’.
Meer waarnemers, meer grielen
Vanaf 1900 duiken er meer (waarnemingen van) grielen op in de kustduinen. Dat kwam vooral door de opkomst van de veldornithologie en doordat grotere gebieden onderzocht werden.
Ook kan er – vanwege de waterwinning vanaf 1850 – biotoop zijn bijgekomen door verdroging van het natte middenduin. De bekende vogelfotograaf J.P. Strijbos schatte in 1923-1925 de totale Nederlandse duinpopulatie op 30 broedparen. De meeste – 18 à 20 broedparen – bevonden zich in de Amsterdamse Waterleidingduinen, hét grielenbolwerk. Toch maakte hij zich met Thijsse toen al zorgen over achteruitgang van de soort.
Het laatste broedgeval
Hun zorg bleek terecht: geleidelijk aan ging het bergafwaarts met de griel. Het laatste goed gedocumenteerde broedgeval dateert uit 1957 bij De Zilk. Inmiddels staat de griel als ‘verdwenen’ op de Nederlandse Rode Lijst. Hoe kon dat gebeuren?
Het verdwijnen van de griel is vooral te wijten aan de toenemende recreatie. Bovendien kan biotoopverlies de griel parten hebben gespeeld: in de 19e en 20e eeuw is door inplanten van helm en bebossing zand vastgelegd om verstuivingen tegen te gaan; hierdoor groeide het duin geleidelijk dicht. Daar bovenop heeft de terugval van de konijnenpopulatie door myxomatose verdere vergrassing van het duin bespoedigd. Voor de griel wordt het dan lastig om insecten en ander dierlijk voedsel te vinden en dat geldt zeker voor de kuikens.
En nu?
De griel mag dan als broedvogel verdwenen zijn, toch zijn ze de afgelopen halve eeuw in alle provincies gezien, vooral in het voor- en najaar. Ruim een derde daarvan in de kuststreek.
Uit ringonderzoek bleek dat sommige van deze vogels afkomstig zijn uit broedgebieden in Zuid-Engeland. Helemaal toevallig is dat niet: het aantal broedparen nam daar, na een dieptepunt van 150 in 1985, dankzij intensieve nestbescherming en biotoopherstel, weer toe tot rond 400 broedparen.
Misschien – na passende beheermaatregelen – de opmaat naar nieuwe broedgevallen in Nederland?
Tekst: Joost van Reisen, redacteur van Duin
Dit artikel verscheen in kwartaalblad Duin. Wil je meer weten over de Nederlandse kust? Word donateur en ontvang Duin voortaan elk kwartaal. Of vraag een gratis proefexemplaar aan.
Bekijk historische foto’s en filmpjes
Op YouTube, https://www.youtube.com/watch?v=6LjBKd9iDLc, zijn grielen te zien die destijds broedden in de duinen van Bergen en Schoorl. Ook zijn er beelden van tekeningen van Jac. P. Thijsse, nestfoto’s en filmfragmenten van Jan P. Strijbos. Ondanks de onderbrekingen met reclames een aanrader om te bekijken.