Een winterse strandwandeling

Goudplevier door René van Rossum

Het valt in de wintermaanden niet mee om naar buiten te gaan, want buiten is het koud en nat. Maar wandelen in de natuur is wel goed voor de gezondheid. Dus dit weekend heb ik toch maar weer de wandelschoenen en een dikke jas aangetrokken. De bestemming: het strand.

Goudplevieren op het strand

Er valt gelukkig ook in de winter heel wat moois te zien langs de vloedlijn. Naast de gebruikelijke drieteenstrandlopertjes kwam ik toevallig een goudplevier tegen. Die heeft in de wintermaanden niet zo’n mooie goudbruin gespikkeld rug als in het voorjaar, maar is toch de moeite waard. De goudplevier is een van de vogelsoorten die in de zomermaanden in het noorden van Europa broedt en in het najaar naar het zuiden trekt. De Nederlandse kust is voor deze vogels een prima trekroute. De kust is een mooi oriëntatiepunt in de route naar het zuiden en op het strand kunnen ze af en toe uitrusten en eten zoeken.

Aanspoelsel

Harige vliescelpoliep © Stichting Duinbehoud

Eten is er in de wintermaanden zeker te vinden op het strand. Het strand wordt in de wintermaanden gelukkig niet zo intensief schoongemaakt als in de zomer. Daardoor blijft er veel aanspoelsel liggen. Naast schelpen, zoals de zwaardschede, vind je er ook verschillende soorten wieren en restanten van zeedieren. Dit weekend kwam ik een bijzondere soort tegen: de harige vliescelpoliep. Deze soort komt algemeen voor in de Noordzee en Oosterschelde. Daar hecht hij zich vast aan stenen, schelpen en zeewieren.

De harige vliescelpoliep is een mosdiertje dat in een doosvormig hoornskeletje zit. Het diertje heeft elf tot vijftien tentakels, waarmee het voedsel haalt uit de Noordzee. Harige vliescelpoliepen leven in kolonies. Tussen de diertjes staan lange stijve haren, vandaar de naam. Zo’n kolonie ziet eruit als een bosje lichtbruin zeewier, maar dan niet glibberig zoals wieren vaak zijn — eerder zacht donzig zoals de kussentjes mos in het bos.

Voedsel

Regelmatig spoelen zulke kolonies mosdiertjes massaal aan op de stranden. Dan vormen ze een zachte deken langs de vloedlijn. Tussen de aangespoelde mosdiertjes leven weer andere dieren zoals strandvlooien, springstaarten en strandvliegen. Voldoende voedsel voor kustvogels zoals de goudplevier om de winter door te komen.

Auteur: Marc Janssen, Stichting Duinbehoud

Gerelateerde berichten

Het klimaat verandert, zoals onder meer blijkt uit opwarming: zachtere winters, warmere voorjaren en drogere, hetere zomers. Volgens de in 2023 door het KNMI gepubliceerde klimaatscenario’s zet de opwarming de komende jaren door en moeten we, afhankelijk van onze CO2 -uitstoot, rond 2100 rekening houden met een opwarming van 1,7 °C tot 4,9 °C. Hoe reageren vogels hierop?
Ze leiden voor ons een verborgen bestaan. We kennen ze allemaal en tegelijkertijd weten we er weinig van af: muizen en dan in het bijzonder woelmuizen.Dat was de reden voor de Zoogdiervereniging om dit jaar tot het jaar van de woelmuis uit te roepen.
De zebrarups is een gemakkelijk herkenbaar duindier. Hij is opvallend oranje-zwart gestreept en laat zich volop zien, een signaal aan insecteneters: eet mij niet, want ik ben giftig! Voor ons is hij daardoor niet moeilijk te vinden. Het is de rups van de sint- jacobsvlinder: twee namen, één soort.