De stikstofcrisis en de gevolgen voor de duinnatuur

Poel bij Egmond door Ronald van Wijk

Eind april 2020 presenteert het kabinet maatregelen om de stikstofcrisis te bezweren. In juni verschijnt het adviesrapport van de Commissie Remkes met een hele reeks van veel verder gaande aanbevelingen. Wat betekent de stikstofcrisis en de voorgestelde aanpak voor de duinnatuur en hoe zit het eigenlijk met dat ingewikkelde Programma Aanpak Stikstof (PAS)? Volgens Stichting Duinbehoud zijn de maatregelen welkom, maar kunnen ze beter worden ingezet en wordt de reductie van stikstof met de huidige regeringsvoorstellen onvoldoende aangepakt. 

Stikstofdeken

Vrijwel nergens in Europa vind je zo’n ‘wolk’ van stikstofoxiden en ammoniak als in Nederland. Die stikstofdeken vormt fijnstof in de lucht, ongezond, zeker voor mensen met longziekten. Als de stikstof neerslaat, heeft het een bemestende en verzurende werking op de bodem met veel gevolgen voor de biodiversiteit. Bijzondere plantensoorten van schrale gebieden zoals de duinen worden overwoekerd door algemene snelgroeiende soorten en daarmee gaat bijzondere natuur verloren.

Duinherstel als maatregel

Vrijwel alle duinen hebben de Natura 2000-status en zijn dus Europees beschermd. De stikstofdepositie in de duinen is, doordat ze aan zee liggen, gelukkig wat minder dan het Nederlandse gemiddelde. Van de €300 miljoen per jaar die de regering in april heeft uitgetrokken voor de aanpak van het stikstofprobleem gaat vanaf nu €100 miljoen naar natuurherstelprojecten. Dat klinkt veelbelovend, maar het geld moet wel op de juiste manier worden ingezet. De vele natuurherstelprojecten die tot nu toe met extra PAS geld zijn uitgevoerd, bijvoorbeeld het herstel van vochtige duinvalleien, dynamisch kustbeheer, plagprojecten en begrazing, zijn succesvol. Maar je kunt niet blijven ingrijpen in natuurlijke processen met plaggen, graven en bossen omvormen, want daarmee gaat ook biodiversiteit verloren. De natuur heeft tijd en rust nodig om te herstellen. Het is beter nu een deel van het geld te reserveren voor nabeheer dat noodzakelijk is om de bestaande natuurontwikkelingsprojecten tot een succes te maken. Het is een goede zaak dat er ook €20 miljoen extra per jaar beschikbaar komt voor het reguliere beheer. Daar is de laatste tien jaar behoorlijk op beknibbeld.

Meer duinnatuur

Zandhagedis door Ronald van Wijk

Bij nieuwe herstelprojecten adviseert Duinbehoud, in lijn met de Commissie Remkes, in te zetten op uitbreiding van het areaal duinnatuur, bijvoorbeeld aan de zeezijde, zoals bij de Zandmotor. Meer jong duin helpt om meer zand over het duin te laten stuiven. Dat gaat de vergrassing en verzuring tegen. Bufferzones in de binnenduinrand zijn ook een goede zaak. Die kunnen zorgen voor goede ecologische verbindingen en een betere hydrologie en daardoor de natuur robuuster maken. Natuurinclusieve landbouw, die minder stikstof uitstoot, kan daarin prima een plek krijgen met kansen voor weidevogels of bloemrijke graslanden. Hier en daar kunnen verouderde vakantieparken beter in het landschap worden ingepast.

Programma Aanpak Stikstof

Het Programma Aanpak Stikstof (PAS) uit 2015 is een typisch voorbeeld van een compromisoplossing: “als we zorgen voor een afname van de uitstoot van stikstof uit de bestaande bronnen, dan mogen er gedeeltelijk wel wat nieuwe bronnen (lees economische activiteit) bij komen”, is op dat moment de redenatie. Tegelijkertijd wordt er ter compensatie een pakket natuurherstelmaatregelen ingezet. Dat klinkt redelijk, de natuurbeschermende organisaties stemmen met de nodige scepsis en aarzeling in. Maar de praktijk wijst anders uit, de uitstoot van stikstofoxiden neemt door betere techniek en zuiveringsinstallaties wel met een paar procent per jaar af, maar de uitstoot van ammoniak, door vooral de veehouderij, blijft stijgen. Het slim bedachte trucje van een ’voorschot op de toekomst’ accepteert het Europese Hof van Justitie dan ook niet. In mei 2019 haalt de Raad van State een streep door het PAS. De economie gaat op slot met als gevolg de stikstofcrisis: vergunningen voor bouwprojecten (huizen en wegen) en voor uitbreiding van veestallen worden per direct stil gelegd.

Oplossingen voor de toekomst

Met de extra aangekondigde maatregelen wil de regering nu de stikstofuitstoot de komende jaren wel reduceren. Gemikt wordt vooral op een uitkoopregeling voor veehouders en investeringen in stallen. Daarnaast willen ze beter gaan handhaven bij de katalysatoren van vrachtauto’s en aanpassingen aan de motoren in de binnenvaart. Daar is €3 miljard voor uitgetrokken. Als dat lukt komt de stikstofdepositie in 2030 in de helft van de Nederlandse natuurgebieden op een acceptabel niveau. Maar in de andere helft van de natuurgebieden dus nog steeds niet. Het kabinet hoopt dat in 2050 (dus pas over 30 jaar!) overal aan de norm zal worden voldaan. De verwachting is dat de eerste effecten van de regeringsmaatregelen nog 10 jaar op zich laten wachten. In die tussentijd wil het kabinet €3 miljard uitgeven voor natuurherstel, €300 miljoen per jaar. Daar valt ook het opkopen van ontbrekende onderdelen van natuurgebieden, het compenseren van bomenkap en een monitorings- en bijstuurprogramma onder. Het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) heeft het pakket doorgerekend. Het concludeert dat het wel gaat helpen om de natuur deze periode van te veel stikstofdepositie te laten overleven, maar dat de instandhoudingsdoelstellingen van de Europese natuurwetgeving er bij lange na niet mee worden gehaald. Het pakket mikt te veel op de korte termijn. Het geld kan beter worden besteed om natuurgebieden op de langere termijn robuuster te maken door areaal uitbreidingen en het inrichten van bufferzones eromheen.

Inmiddels is het eindadvies van de commissie Remkes uitgebracht. Dat is zeer kritisch over het regeringsbeleid: veel te vrijblijvend en het doel wordt te laag gesteld. Er zullen veel meer drastische en brongerichte maatregelen nodig zijn om de natuur te behouden en beschermen, zowel in de landbouw als bij de industrie en scheepvaart. Het doel moet zijn om zeker te stellen dat in 2030 in 74% van de gebieden de stikstofneerslag onder de norm moet zijn en in 2040 100% (zie kader). Dat vraagt om stevige politieke keuzes, want de transport- en landbouworganisaties zullen zeker tegengas gaan geven. Samen met de andere natuurorganisaties blijft Duinbehoud lobbyen voor een sneller en beter natuurherstel.

Enkele aanbevelingen van de Commissie Remkes (Adviescollege Stikstofproblematiek)

  • Ontwikkel een Programma Nationale Natuurdoelstellingen dat bestaat uit herstelmaatregelen en een juridisch kader dat gericht is op de realisatie van natuurdoelstellingen.
  • Ga naar een emissiereductie van 50% in 2030 waardoor 74% van de stikstofgevoelige natuurgebieden onder de kritische depositiewaarde komen.  
  • Hanteer voor het reduceren van ammoniak (NH3) en het natuurherstel een gebiedsgerichte aanpak waarin een belangrijke rol voor de provincies is weggelegd.
  • Leg de prestatiedoelstellingen voor de provincies wettelijk vast.
  • Zet in op verbinden van natuurgebieden, herstel van de hydrologie en creëer meer areaal nieuwe, typisch Nederlandse natuurgebieden. 
  • Meten is weten: zet een deugdelijk monitoringssysteem op.

Het Adviesrapport van de Commissie Remkes vindt u op: https://www.aanpakstikstof.nl/documenten/rapporten/2020/06/08/niet-alles-kan-overal Kijk op blz. 105 e.v. voor de samenvatting.

Piet Jonker is voorzitter van Stichting Duinbehoud.

Dit artikel verscheen in ons kwartaalblad Duin. Wilt u voortaan ook Duin ontvangen, word dan donateur van de Stichting Duinbehoud.  

Gerelateerde berichten

In Hoek van Holland wordt een omvangrijk natuurherstelproject uitgevoerd door het Zuid-Hollands Landschap.
Het klinkt tegenstrijdig: duinen versterken door er kerven in te maken! Toch is dat wat Rijkswaterstaat, waterschappen en duinbeheerders af en toe doen. Het is wel maatwerk, de ene kerf is de andere niet!
De gemeente Katwijk krijgt van de Raad van State 26 weken de tijd om tekortkomingen in het bestemmingsplan ‘Woongebied Valkenhorst’ te herstellen. Duinbehoud had beroep aangetekend tegen de plannen van de gemeente Katwijk.