Vandaag in het Duin: Op zoek naar Zandhaarmos

Zandhaarmos mannelijke planten door Theo Baas
Zandhaarmos mannelijke planten door Theo Baas

Elke maand hebben we het over een dier of plant die je op dat moment in de duinen kunt spotten.

Zandhaarmos is een soort mos dat je op veel plaatsen kunt zien; vooral in droge heide, zandverstuivingen en open zandige plekken. De plant vormt een losse, stugge zode met tot vijf centimeter lange, rechte stengels. Door ondergrondse uitlopers ontstaan er hele plakkaten. Bij droog weer staan de blaadjes rond de stengel omhoog gericht, bij vochtig weer afstaand.

Zandhaarmos is een zogeheten tweehuizige soort, met aparte mannelijke en vrouwelijke planten. In de bloeitijd zijn de verschillen duidelijk te zien. De mannelijke planten hebben een opvallend rood of oranje spatbekertje waarin de zaadcellen worden gevormd. Wanneer er een regendrupje op het spatbekertje valt, worden de zaadcellen verspreid. De vrouwelijke planten vallen op door hun oranje stengels. Na bevruchting vormen zich bij hen grijsbehaarde sporenkapsels.

Zandhaarmos komt over de hele wereld voor, van het laagland tot in het hooggebergte en zelfs op de Antartica.

Tekst: Theo Baas

Gerelateerde berichten

De zebrarups is een gemakkelijk herkenbaar duindier. Hij is opvallend oranje-zwart gestreept en laat zich volop zien, een signaal aan insecteneters: eet mij niet, want ik ben giftig! Voor ons is hij daardoor niet moeilijk te vinden. Het is de rups van de sint- jacobsvlinder: twee namen, één soort.
Duinconsulent Cindy Kleyn en boswachter Paul van der Linden van PWN verwelkomden zo’n 25 deelnemers. Twee van hen kwamen helemaal uit Eindhoven, speciaal voor deze excursie. ‘We zijn al 25 jaar lid van Duinbehoud en zagen de aankondiging. We hebben een zwak voor deze streek, waar we ook vandaan komen’. De excursie op landgoed Marquette sloot goed aan bij de lezingen in Naturalis de dag ervoor: cultuurhistorie, biodiversiteit en collectieve kracht.
We spreken elkaar bij  kwelder De Putten, een ‘wegrestaurant voor vogels’ achter de Hondsbossche Duinen. Foppe komt aanlopen en vertelt dat hij op zijn wandeling tussen dijk en duin vergezeld werd door twee roodborsttapuiten: ‘weet je waarom die hier zitten?’ Foppe houdt van het gidsen en deelt zijn kennis graag: ‘kijk maar eens naar al dat duinzand en die duindoorns, daar schuilen ze in, broeden vlak bij de grond en eten ervan! Eigenlijk net als de kneu die hier ook broedt’.