Percy’s
Derde slufter voor Zeeuws-Vlaanderen
Het strookje duin van Zeeuws-Vlaanderen is maar smal en hooguit vijftien kilometer lang. Maar de wisselwerking met het achterland, waar het getij vrij spel heeft, is uniek. Deze vijftien kilometer duingebied telt de twee sluftergebieden: Het Zwin bij Cadzand en de Verdronken Zwarte Polder bij Nieuwvliet-Bad. En het goede nieuws is dat het derde bijna is voltooid: natuurreservaat Waterdunen, tussen Breskens en Groede. Voor puristen: geen sluftergebied pur sang, want het getij krijgt hier niet helemaal vrij spel, maar gecontroleerd, via een waterkering. Terwijl de aanleg van paden nog in volle gang is en natuurgidsen zich warmlopen, zijn brakwaterplanten als de schijnspurrie, aardbeiklaver en de zeeaster hier al neergestreken. Net als vele trek- en broedvogels.
250 hectare nieuwe natuur
Duinbehoud-consulent Jo Timmers prijst zich gelukkig met 350 hectare Waterdunen. “De honderd die is bestemd voor verblijfsrecreatie, hadden we er graag bij gehad. Maar per saldo krijgen we er 250 hectare nieuwe natuur bij in voormalig polderland. Alles wijst erop dat het heel bijzonder gaat worden. Afspraken tussen de Nederlandse en de Vlaamse regering over de uitdieping van de Westerschelde moeten ervoor zorgen dat het ecosysteem, dat kenmerkend is voor deze riviermonding, gezond en dynamisch blijft.” Waterdunen dient niet alleen natuurherstel, maar is ook een impuls voor de economie in het vergrijzende westen van Zeeuws-Vlaanderen. Versterking van de kustbescherming speelt ook een rol. Bij dit natuurherstelproject krijgen natuur en recreatie ruimte. Eind volgend jaar gaat Waterdunen open voor wandelaars.
Duinbehoud legt gewicht in de schaal
Maar botsende belangen tussen natuur en recreatie maken de natuurbeschermers in Zeeuws-Vlaanderen alert. Jo beschouwt waakzaamheid voor een al te rekkelijke interpretatie van de Zeeuwse Kustvisie als een speerpunt. “Waar vroeger kampeerders enkele weken per jaar neerstreken, zien we op steeds meer plekken daken van recreatiewoningen boven het karakteristieke landschap uit steken. Een opsteker is dat we als natuurbeschermers nu meer steun krijgen van de bevolking. Uit zorg over de aanwassende stroom toeristen, hebben inwoners het platform ‘Toerisme uit balans’ opgericht. Het draagvlak tegen de uitdijende vakantieparken groeit. We trekken op met lokale en provinciale natuur- en landschapsbeschermers. Als landelijke organisatie leggen we als Duinbehoud − naast hen − echt gewicht in de schaal.”
Terugkeer van de boomkikker
Steun komt ook uit verrassende hoek: van de boomkikker. Was hij dertig jaar geleden zo goed verdwenen uit Zeeuws-Vlaanderen, in de omgeving van Aardenburg en Retranchement groeien de populaties. Jo: “Echt een succesverhaal, vooral dankzij de inzet van het Boomkikkerfonds met bewustwordingscampagnes en actieplannen rond de eeuwwisseling en zorgvuldig beheer van Het Zeeuwse Landschap in jaren daarna.” Uitbreiding van het aantal drinkpoelen en detailkennis van de biotoop voor het vee heeft heel goed gewerkt. De boomkikker rukt inmiddels ook op naar de duingebieden. Als beschermde soort, geeft hij ons een troef in handen om de duinen te behoeden voor aantasting.”
Geliefde biotoop
Nu de toeristenstroom weg is en de rust weer is neergedaald over Zeeuws-Vlaanderen, is Jo weer vaak wandelend te vinden in zijn meest geliefde biotoop: het Zwin. En fietsend over het buitendijkse pad, tussen Breskens en Biervliet. “Dan gaat de verrekijker mee, om zeehonden te spotten in de Westerschelde. Bijzonder aan deze route is ook dat zelfs een stuk fietspad niet aan de invloed van de getijdestroom ontkomt. Bij het dorp Nummer Een staat het pad bij storm/springtij onder water.”
Dit artikel verscheen in onze nieuwsbrief DuinTopics. Wil jij ook op de hoogte blijven van het laatste nieuws rondom de kust? Klik hier en schrijf je in.